2005
1/1/20054 min read
Januari 2005
Vanaf Nelspruit, Zuid-Afrika, vertrekken met de auto richting Maputo, zo'n 200 km rijden. Eerst alle papieren invullen bij de grensovergang en het duurt zeker een uur voordat we weer verder kunnen rijden. Als we de grens passeren valt het ons op dat er veel gewerkt wordt langs de weg, hetgeen betekent dat de infrastructuur van Mozambique vooruitgang boekt.
Mozambique is ongeveer 2000 km lang en 200 km breed en door het land loopt slechts één geasfalteerde tweebaansweg, die soms levensgevaarlijk is.
Het valt op dat de meeste voertuigen die er rijden vrachtwagens, afgeladen bussen en taxi's zijn of, net als wij, toeristen die het land bezoeken.
De meeste Mozambicanen vind je langs deze openbare weg, waar ze hun verbouwde fruit en groenten verkopen. Zelf wonen ze niet ver van deze weg, op een stuk land dat van familie op familie is overgegaan. Al snel merken we dat het is afgelopen met de mooie geasfalteerde wegen en door de vele gaten, die moeilijk te ontwijken zijn, krijgen we onze eerste lekke band. Later hoorden we van een Afrikaan hoe je de afmeting van deze gaten kan inschatten: als er konijnenoortjes uit een gat steken dan is het veilig, maar als er ezelsoren uitsteken moet je dat gat zeker ontwijken.
De tweede nacht verblijven we in Inhambane, waarna het nog twee uur over gaten heen hobbelen is, voordat we bij de Pater aankomen. Nadat eerst onze lekke band met een moker werd gerepareerd, komen we om 11.30 uur in Morrumbene aan. De Pater zelf is er nog niet, maar Mama Lourdes is al bezig met het bereiden van het eten.
Aan de overkant van de straat is een school voor 1500 leerlingen. Voor deze kinderen is er helaas maar één kraan beschikbaar voor drinkwater. Ook de faciliteiten voor de leslokalen zijn nihil. De kinderen zitten op de betonnen vloeren. De Pater probeert nu tafels en banken te maken in zijn timmerfabriek, zodat de kinderen in de winter geen kou hoeven te lijden. De Pater voorziet elke dag 1000 mensen van hun water, met een tank van 20.000 liter kunnen deze mensen via een pomp water halen (20 liter per persoon per dag), die ze in een jerrycan op hun hoofd soms kilometers naar hun huis dragen. Dit wordt meestal door vrouwen en kinderen gedaan.
Om 12.00 uur arriveert Pater Bruno en we genieten van de kip en pasta die Mama Lourdes voor ons heeft gemaakt. Later bezoeken we de twee zusters uit Italië die de Pater helpen met zijn project. Eén van de zusters is 82 jaar oud en nog zeer actief. De zusters zijn erg blij met onze giften en we krijgen koffie met een sterk drankje ernaast.
Later laten de zusters een roos aan Ton zien die ze uit Italië meegesmokkeld hebben. Ton herkent deze meteen en haalt even later een folder met afbeeldingen van alle rozen die zij kweken bij kwekerij Nolina, waar Ton werkt. De zusters zijn erg blij met deze folders en besluiten er kleine schilderijtjes van te maken. — We vertrekken met Pater Bruno naar het land waar de sinaasappelen en ananassen worden gekweekt. Voordat we daar aankomen rijden we langs een kokosolie fabriek, die met Nederlands ontwikkelingsgeld (via de PSOM) gefinancierd is, maar helaas niet draaiende is omdat er geen stroom is. Nadat wij dit gezien hebben voelen wij ons gelukkig en trots op ons eigen project, omdat wij weten wat er met ons geld gebeurt hier. Als we aankomen zien we dat er een groot gedeelte gekapt wordt. De Pater vertelt dat hij hier eucalyptus wil kweken voor de productie van timmerhout om huizen te bouwen. Pater Bruno loopt trots naar de nieuwe waterkraan die hij dankzij ons geld kon aanleggen, zodat ook de hoger gelegen stukken land bevloeid kunnen worden.
De planten staan er goed bij en de ananassen worden al geoogst en op de markt verkocht. Ook heeft de Pater grote tonnen gekocht voor wateropslag. Deze functioneren als een soort watertorens voor het aangelegde waterleidingnet om het land te bevloeien. De vrouwen lopen nu langs de paden en hoeven alleen de slangen aan te
sluiten en kunnen zo alles goed water geven.
De Pater heeft goed nagedacht over het naar boven halen van het water beneden uit de rivier. Het is leuk om een trotse man te zien die zijn ideeën met ons wil delen. Volgende week komt er een vrijwilliger uit Italië, een afgestudeerde ingenieur. De Pater hoopt dat deze jongen ook nieuwe ideeën heeft voor het project. De Pater laat ons een gedeelte zien waar hij de jonge plantjes van Eucalyptus heeft gezaaid.
We rijden naar het andere gedeelte van het project. Hier staan een houtzagerij, een timmerfabriek en een gebouw met een kooklokaal, een naailokaal, een computerlokaal en de grote zaal, waar iedereen samenkomt om te dansen en toneel op te voeren.
Hij vertelt ons dat er kooklesrden gegeven voor vrouwen die dan in de toekomst bij" ressorts en hotelketens werk kunnen krijgen. Zoals het er nu naar uitziet zijn ze druk bezig het toerisme naar de kust van Mozambique te krijgen. Dit zou een goede kanszijn voor de Mozambicanen om werk te krijgen in dit nog steeds arme land. Ook de computerlessen gaan goed. Er zijn al tien vrouwen geslaagd en met deze kwaliteiten wordt het gemakkelijker voor ze om straks een baan te krijgen.
Ook worden hier naailessen gegeven. Hij heeft een lokaal waar twaalf mensen naailes kunnen volgen. Er is veel animo voor deze lessen. Het is een soort huishoudschool, waar de vrouwen ook les krijgen over hygiëne en het opvoeden van kinderen.
De Pater vertelt dat de grote zaal volop gebruikt wordt om dans en toneel op te voeren. Hij vertelt trots over hoe gelukkig en blij deze mensen zijn als er een voorstelling wordt gegeven in deze zaal. Voordat we weggaan laat de Pater ook nog even zijn nieuwste project zien, dat hij aan het opstarten is: het fokken van eenden en konijnen voor de vleesproductie. Dat wil hij de mensen in het dorp ook gaan leren.
We krijgen nog wat ananassen en mango's mee voor onderweg en nemen afscheid van een bijzondere man, met al zijn mooie ideeën voor de toekomst van de mensen van Morrumbene. Het was een goed gevoel dit alles gezien te hebben en we hebben veel foto's gemaakt. Helaas moeten we weer terug.
Op de terugweg stop Hans ineens de auto en keert terug, omdat zijn kwekersoog een plant zag bloeien langs de weg.
Binnen 1 minuut staat er een groep kinderen om hem heen die hem helpen met het rooien van de plant. We geven de kinderen de ananassen die we kregen van de Pater en met blije gezichten zwaaien ze ons uit als we onze terugreis naar Zuid Afrika vervolgen.
Rekeningnummer: 108524957rabobank te Boskoop t.n.v. stichting Pater Bruno
Deze website is mede mogelijk gemaakt door Ted de Wit
© 2025. All rights reserved.